VERSLAG 9 / STURGIS DELUXE 1

Zondag 8 Augustus 2010 – De laatste ruk naar het einddoel.

 

                                                     

De wekker met Ice-T loopt weer om half zeven af, en deze keer moet ik zelfs opstaan om hem uit te zetten. Uitgeslapen dus. De laptop gaat direct aan, want ik ben zo ijverig geweest dat alles al klaar staat tot aan nu toe om op de site te zetten . En ik heb zelfs al een handige router gemaakt, omdat ik zelf de weg leek kwijt te raken in al die verslagen. Dus nu kun je gewoon in het menu op de site op West USA klikken, naar Sturgis 2010 en je krijgt een mooi overzicht van alle verslagen.

 

             

 

En dan gaat het mis, uploaden gaat namelijk niet bij Holiday Inn Express, dus slaat gelijk het ochtendhumeur toe. Gelukkig is het gratis ontbijt wel goed voor elkaar en als dat, en de dagelijkse wasbeurt, achter de rug is vertrekken we uit Rawlins Wyoming.

Op weg naar………. Het Grote Niets. Tussen Rawlins en Newcastle, ook Wyoming, toch zo’n 450 kilometer, is er werkelijk niets te zien. Of je moet idolaat zijn van dor grasland.

 

                                       

 

De enige hoogtepunten zijn Casper, waar we een tussenstop maken bij de lokale Harleyboer, door Wiesje in een oogwenk gespot, en de “open pit” kolenmijnen in het Thunder Basin (National Grassland, dat zegt genoeg). En af en toe een auto inhalen, of tegemoet komen.

 

Na Newcastle, waar we ook de lunch gebruiken (gewoon bij Taco John, hoor) wordt alles anders. Daar gaan we de staatsgrens over, South Dakota in, en belanden gelijk in de Black Hills, waar André, die het stuurwiel nu bedient, gelijk weer bergie op, bergie af mag.

En het wordt gelijk duidelijk waarom we hier zijn. Het aantal motorrijders verhonderdvoudigd per 10 mijl, en in plaatsjes als Custer draait alles weer om de bikers.

Het laatste rukje is nauwelijks 100 kilometer,en passeren we Crazy Horse Memorial, waar in 15 jaar tijd nauwelijks iets aan gebeurt lijkt te ziijn. Mooi op tijd belanden we op het Palmer Gulch Resort bij Hill City waar we, na de meest snelle incheck ooit, onze boshut opzoeken.

 

                                                     

Accommodatie krijgen tijdens de Bike Rally is op zich al een probleem, want of heel duur (Motel 6 bijv. , normaal $30,- p/n, nu $199,-)  of heel duur en zeer primitief (zie Motel 6). Cabin 2 was ook niet goedkoop, maar herbergt wel 2 slaapkamers, een leefgedeelte met kitchenette en een heel ruime screened veranda met fraai uitzicht over de camping. En daarom hebben we die uitgezocht.

In het algemeen kun je onderkomen voor de Rally pas na 1 September boeken, want terugkerende gasten hebben voorrang, maar wij, en vooral Marion, is vanaf de laatste dag van de Rally 2009 blijven proberen, en had na een week of 2 succes.

 

             

             

 

Wij hebben in 1997 al een keer met een camper hier gestaan en waren dus bekend met de ligging en de camping, en die was ons goed bevallen, vandaar de keuze.

25 mijl van Rapid City, en een mijl of  55 van The Place To Be, Sturgis South Dakota.

Iets verder weg dan de KOA waar we anders verblijven, Rapid City KOA, maar die heeft geen grote cabins en ligt in de stad, en kamperen in een tent was deze keer geen optie.

En we vinden de cabin unaniem geweldig en hopen een paar leuke dagen hier te verblijven.

 

             

             

             

 

Na inspectie van de cabin, en vooral wat er wel en niet in staat, is het gangs naar de Wal*Mart in Rapid City, waar de kar volgeladen wordt met etenswaren en gebruiksartikelen voor de komende vier dagen. . Weerom in de boshut gaat Marion achter de potten en pannen, uit vrije wil, want we hebben besloten om vanavond de skillets van Fridays te nuttigen. Sesame, Cajun en Alfredo kip staan op het menu, die ons stuk voor stuk allemaal prima smaken.

 

Dan is het nog even nazitten op de porch, waarbij de mannen de General Store (grote kampwinkel) bezoeken voor wat sfeerverlichting, en na een enkel biertje is het ook voor ons bedtijd. We zijn dan inmiddels, ondanks dat het pas half elf is, wel degene die het licht uitdoen op de camping. Een beetje biker ligt dan al lang plat.

 

Maandag 9 Augustus 2010 – De eerste volle dag Sturgis Bike Rally 2010 – The 70th

 

Uitslapen, en niet hoeven rijden, ook wel weer eens lekker. Rond achten zijn we zo’n beetje het bed ontstegen, en genieten we van het uitzicht op de veranda. Er zijn al weer een boel kampeerders vertrokken, maar er komen er ook weer bij. Ook hier heeft de crisis zijn werk gedaan. Bleven de mensen eerder de hele week, nu is het vaker een lang weekend, of midweek, en lijkt het direct wat minder druk, al zal het bezoekersaantal de 400.000 wel halen.

 

             

             

 

Maar vanaf de veranda lijkt alles mooi. Grote en grotere, en heeeeeel grote campers trekken tezamen met vele motorrijders in een bloedgang van wel 10 Mph onder aan ons voorbij, en diegenen die ons zien groeten. Het lijkt echt een klein dorp, ons kent ons.

Marion lokt me achter de laptop weg voor een prima verzorgd ontbijt, en daarna gaan we eens heel relaxed met de dag beginnen. Er worden wat foto’s gemaakt, wat geluierd en natuurlijk wat over het web gesurfd. Dat gaat niet snel, en moet af en toe op nieuwe worden verbonden, maar het gaat, en ook het uploaden van verslagen, dus dat is al heel wat.

 

Tegen het middaguur gaan we weer de berg af richting Rapid City, maar nu via Hill City, iets om, maar minder bochtig en steil. De eerste stop is de Tobacco Shop, waar ons reisgezelschap in de markt is voor wat lichte sigaretten. Daarna zetten we de dames af bij de Rushmore Mall.

De heren gaan er van door, naar ook één van mijn favoriete winkels aan deze zijde van de oceaan, Ace Hardware, voor wat spijkers om de feestverlichting op te hangen.

Daar kom ik er achter dat ik de zonnebril nog op heb, en de gewone, met leesgedeelte nog bij Marion in de tas zit. Als een blinde kip dwaal ik door de gangen, en heb André bij me als blindengeleidehond om alles op te lezen wat ik hem vraag.

 

Na de gevonden spijkers, het broodnodige ontbrekende 3/8 UNF boutje en wat hebbedingetjes, verlaten we het pand en is het richting Wal*Mart voor wat vergeten dingetjes en een zak ijs. Die gaat direct in de koelbox, waar het warme water al te wachten staat.

Ook hier is het niet verkeerd om koud water bij je te hebben, want de temperatuurmeter zal de gehele week rond de dertig graden aangeven. ´S nachts gaan er daar zo´n 15 af in de bergen, ideaal weer dus eigenlijk.Om 2 uur zijn we weer bij de mall, waar we de dames opzoeken.

 

Die zijn inmiddels druk geweest bij JC Penney, voor tassen, en Victoria´s Secret, voor lingerie, en beiden super geslaagd. We lopen gezamenlijk nog een antieke wapenwinkel binnen, waar een leuke accessoire van eigenaar wisselt, en trekken dan naar de foodcourt.

De mall lijkt op een Florida mall, met in het hart ook hier de foodcourt, en ook hier ruime keuze. Wij gaan allemaal voor een verschillende 6” sub van Subway. En ze smaken prima.

 

En dan is het de Interstate 90 West op naar het dorp waar het allemaal gebeurt, Sturgis.

Onderweg zien we dat bij het (in 2005) nieuwe onderkomen van de Rapid City Harley dealer ook een heel festivalterrein ontstaan, dat we later deze week zullen gaan bezoeken.

Maar nu is het zaak om een parkeerplaatsje te vinden in het dorp, dat werkelijk overvol is met motoren, auto’s en mensen. We vinden een plekje op een grindweg die tussen de huizen ligt.

Achteraf blijkt dit een particulier weggetje, maar daar komen we veel later pas achter als ik het envelopje met de tekst “Private parking, donations please” achter de ruitewissers opmerk.

 

We doorkruisen te voet Main Street, die sinds ons laatste bezoek 50% uitgebreid en behoorlijk gemoderniseerd is, stappen hier en daar naar binnen voor wat aankopen, en keren een paar uur later terug bij de Chrysler. In de tussentijd, om iets na vieren, bel ik nog even naar vriend Fred, want die is vandaag, officieel morgen, 50 geworden, en dat is een felicitatie waard. Helaas krijg in de voicemail, en spreek een bericht in.

De bedoeling is dat we vanavond een eindje verderop een concert van ZZ Top gaan bijwonen, maar we besluiten toch terug te keren naar Rapid City, deels omdat wat willen eten bij een fatsoenlijk (keten)restaurant en deels omdat ik de routekaart, met sluipwegen, naar het concertgebeuren niet mee heb genomen.

 

             

             

  

Voor de voeding kiezen we voor Fridays, wat deze keer op sommige punten toch wat tegenvalt, en het kaartprobleem lossen we op door met de automobiel even naast Starbucks, in de mall, te gaan staan. Ik had namelijk die ochtend, puur uit veiligheidsgevoel, de laptop in het “geheime” vloercompartiment van de auto gelegd, en dat kwam nu goed uit.

De website van de Buffalo Chip is zo gevonden, en het pdf-kaartje ook, dus we kunnen weer.

En de sluipweggetjes zijn ook echt sluipweggetjes. Gravelroads, hele stoffige grindpaden dwars door bergen en veld, in het stikdonker. Ik vond het prachtig.

 

De achterpassagiers en de M/V die een eindje achter mij reed wat minder, but so what.

Het aangeraden sluippad is inderdaad een stuk sneller en scheelt de zeker 2 uur file in Sturgis, alleen ze zijn van de Buffalo Chip één ding vergeten. Aan te geven waar je de parkeerweide op moet. Vanaf de ander kant, die je dus afgeraden wordt, staan plenty borden, maar ik zie ze dus pas in de spiegel. Even keren, door de ongeziene greppel (lachen) en we zijn er.

 

We komen makkelijk naar binnen (ook hier valt het op dat het wat rustiger is), alleen moeten de tassen van de dames even open. Niet om te onderzoeken op wapens of zo, want die kunnen vrijelijk mee naar binnen, maar op drank, want die moet je echt daar kopen. Daarna kunnen we het immense feestterrein, wat bij de camping hoort, op. En met immens, bedoel ik dus ook immens. 30 tot 40 duizend m/v kunnen er zeker op, en dan is het nog niet zo benauwd druk als bij menig Nederlands buitenconcert. De hele “arena” is omringd met tientallen eet- en drinkgelegenheden, afgewisseld met stands met allerhande, wat ik noem, prullaria.

Centraal aan de rand van de ring een megagroot podium met vidiwalls, dat vanuit alle hoeken, voor zover je van hoeken kunt spreken in een ring, goed te zien is vanuit het publiek.

 

             

 

En dat publiek is zeer divers, jong en oud, waarvan enkele honderden er zelfs gewoon op de motor tussen staan. En na ieder nummer worden al die honderden motoren (op één na, want de berijder ligt gedurende het hele concert voorover op zijn tank te slapen) gestart, om een eigen concertje te geven. Schitterend.

Ondertussen worden we opgewarmd door ons onbekende artiesten, en een bekende naam, off all people Peewee Herman, die dit jaar de Buffalo Chip mascotte is.

Om half elf komen de mannen met de lange baarden (behalve de drummer, Billy Beard) en ze beginnen direct het publiek te bespelen. 40 jaar lang in dezelfde samenstelling, en nog langer actief in de muziek, spelen deze zestigplussers alsof het de laatste keer is.

Veel ons onbekend werk, maar hier en daar klinkt het wat bekender. Het laatste blokje is het Top 40 gedeelte, Gimme All Your Lovin’, Sharp Dressed Man, je kent het wel.

 

             

             

 

Wij gaan weg tijdens de eerste toegift, La Grange, want we willen de drukte voor zijn. Iedereen ging linksaf van de parkeerplaats, maar ik zag een bordje “Exit to Sturgis” dat rechts aanwees, waar niemand wat mee deed.

Eigenwijs als ik ben, volg ik de bordjes, en sta binnen tien meter op een nog graveligger gravelweg,

die al snel overgaat in weiland.

Dom doordoen, en uiteindelijk komen we op de highway, die ons terugvoert naar de Buffalo Chip, waar voor de kruising, die wij ongehinderd passeren, zo’n 3 kwartier file staat.

 

Die hebben we maar mooi in de zak, maar het is nog ruim kwart over één als we weer ons bospad oprijden, en op de veranda nog een paar verfrissinkjes tot ons nemen. Tegen drieën houden we het allemaal zo’n beetje voor gezien, en duiken we het nest in. Morgen is er weer een dag, met weer een concert, weer in de Buffalo Chip,

maar dan van Kid Rock. Maar daarover hoort U morgen meer.

 

 

        

 

 

 

 

 

 

 

VOLGENDE VERSLAG