VERSLAG 8 / DE BERGEN IN

Vrijdag 6 Augustus 2010 – We gaan naar boven.

 

                                                                      

Vandaag gaan we naar hogere sferen. We verlaten Las Vegas, na eerst natuurlijk een prettig ontbijt bij The Buffet, en verkassen naar Utah. Manti, om precies te zijn.

En dat ligt in een gebied dat ook wel Little Denmark wordt genoemd. En over dit gebied is toeristisch niet veel bekend. Ik had al eens een oproep gedaan op het Allesamerikaforum, maar ondanks alle specialisten die daar zitten, kwam er geen respons.

 

We zouden gaan uitvinden waarom, en daarom draaien we rond half tien de Interstate 15 op om af te reizen naar Utah, een tijdzone verderop, of terug, zo U wilt.

Ik ben inmiddels ook achter het mysterie Winslow/Hooverdam. Daar ik er van uitging dat we bij Hooverdam de tijdsgrens Mountain/Pacific zouden passeren, was ik verrast en verbaasd dat we in Winslow de klok al moesten verzetten. Maar het klopt wel, dank zij Google

In een deel van Arizona (en Hawaii, maar dat terzijde) doen ze namelijk niet aan zomertijd (DST) en blijft de klok gewoon staan zoals hij staat. Probleem opgelost.

 

                                  

 

Van de Interstate 15, waar we weer genieten van het deel dat dwars door de rotsen (het lijkt de bodem van de grand Canyon wel) lijkt te lopen, gaan we de I70 op om die wat verderop weer te verlaten voor Highway 89,

bij Salina UT, waar we ook de lunch gebruiken. Bij Denny’s, erg vriendelijke mensen, en erg smakelijk voedsel, voor weinig geld.

 

              

 

En dan is het door naar Manti UT, waar we onze intrek nemen in de Temple View Lodge. Volgens eigen bewering de beste accommodatie van Manti. Onderweg maak ik nog een geintje over dat ze zeker de beste zijn omdat er niet meer zit, want we hadden veel moeite om ook maar enig onderkomen te vinden in deze streek. Het geintje wordt bewaarheid, er is nog een ander motel, want dat is de TV Lodge, maar daar wil je niet naar binnen.

 

             

 

De Temple View Lodge is dus een motel, en dan met uitzicht op de tempel, mormoonse tempel wel te verstaan. En dat is dan ook gelijk de highlight van Manti. Het lijkt een beetje op Almelo, er is altijd wat te doen, de ene keer staat het stoplicht op rood, de andere keer op groen. Alleen hebben ze in Manti geen stoplichten.

En geen restaurant of ander eethuis.

Dus gaan we daarvoor een dorp verderop, ook al met een bijbelse naam, Ephraim, waar een echte Mac zit. Door de late lunch hadden we niet zo veel trek, dus dan neem je Mac.

Dit is wel de eerste Mac die ik tegenkom waar het personeel volledig blank is.

 

             

 

Wat je ook niet hebt in Manti is vrij internet. Het motel biedt wel gratis wireless, maar screent wel je pagina’s. Marion is fan van Nu.nl, en de reacties op Nujij.nl, maar de mormoonse gemeenschap ziet dat als “pornographic content”. En bij het toch al summiere continental breakfast zit ook geen koffie of thee, want dat mag niet van Salt Lake City. Het ontbijt moet zowiezo staande aan een tafel in het kleine kantoortje,

dus kiezen wij weer voor de Mac.

Ook een mobiel netwerk behoort niet tot de mogelijkheden in Manti, dus nu begrijp ik ook een beetje waarom niemand ons iets over deze streek kon vertellen. Hier gaat niemand heen.

Wat ze wel hebben is talloze pick-up trucks en nog veel meer off-road quads

Maar de  kamers waren verder goed, achter elkaar en verbonden met een tussendeur, en dit is voor ons alleen maar een overnachtingplaats, dus maken we ons verder niet zo druk.

 

 

Zaterdag 7 Augustus 2010 – Door berg en dal.

 

                                      

Na een heerlijke nachtrust, je hoort werkelijk niets in Manti, en het al eerder genoemde lekkere MacBreakfast zitten we om half negen in de auto voor een ritje door de bergen.

Er zijn diverse mogelijkheden om in South Dakota te geraken, allemaal via snelwegen, maar wij hebben letterlijk voor een middenpad gekozen, door Little Denmark en de bergen.

In eerste instantie lijkt het niet erg bergachtig, maar dat verandert snel met klimmetjes tot 2 en zelfs bijna 3 kilometer (9200 ft) en natuurlijk de bijbehorende afdalingen.

 

             

 

Op de Highway 6 mis ik de afslag naar de 191 North (Helper naar Duchesne UT), want die ligt werkelijk verscholen tussen de rotsen. Een paar mijl verder was er een keermogelijkheid en nu vinden we de afslag wel. Was het tot daar toe nog breed en zelfs 4 baans, nu wordt het allengs smaller, met bijna geen inhaalmogelijkheden. Nu hoeft dat ook niet, want we zijn, op een paar eenzame, en vooral dappere, fietsers na, het enige gemotoriseerd verkeer.

Prachtige vergezichten en diepe dalen, niet in woorden, of zelfs beeld, te bevatten. Je moet het gezien hebben, en alleen dat maakt deze alternatieve route de moeite al waard.

 

Na Duchesne wordt het even wat vlakker, en we maken een lunchstop in Vernal, waar ook de lokale Harleyboer nog bezocht wordt. De lunch is weer van Taco Bell, en je merkt dat je in de country bent want het percentage witte Stetsons is hoog.

Na de quesadilla’s duiken we, bijna letterlijk, Highway 191 North weer op, waar André, die inmiddels onze stuurman is, zijn portie slingerwegen op en neer voor de kiezen krijgt.

Het hoogtepunt van dit gedeelte is wel Flaming Gorge, een heel groot bergmeer, met bijbehorende stuwdam, die qua grootte in de buurt van Hoover Dam komt.

 

             

             

 

Ook hier worden weer grote hoogten en diepe dalen bereikt, met af en toe haarspeldbochten waar de snelheid tot stapvoets aangeraden wordt.

We weten zo’n beetje alle dreigende regenbuien te ontwijken (André rijdt, dus daar hoort regen bij, is onze ervaring) en haken uiteindelijk aan op Interstate 80, waar we na een goeie 120 mijl voor de deur staan bij de Holiday Inn in Rawlins Wyoming.

Als Priority Member worden we daar hartelijk welkom geheten door Desk Manager Tara, en vrijwel direct vallen we aan op de verse koffie die altijd klaar staat.

 

De koffer staat weer op de schraag en nu is het tijd om op zoek te gaan naar wat voedsel. Dat zal nog niet mee gaan vallen, want in Rawlins is geen enkel bekend ketenrestaurant te vinden.

Internet brengt de oplossing. De beste review is dat van een Mexicaans restaurant, Rose’s Lariat, maar daar hebben even geen zin aan. Achteraf maar goed ook, want de winnaar zit in een oude bouwkeet, die er niet smakelijk uitziet, zien we als we terugkomen van onze uiteindelijke keuze, Anong’s Thai Cuisine.

 

Thai’s voedsel van zeer smakelijke kwaliteit, tegen zeer lage prijzen. De inrichting van de zaak is eenvoudig; mooie marmerblad tafels met bijpassende simpele stoelen, verlicht door 2 kroonluchters met ieder wel 100 lampjes op volle sterkte, dus alles is meer dan goed verlicht.

Maar er zit behoorlijk wat volk, dus slecht zal het niet zijn. En dat is het ook niet. Alleen de volgorde van bedienen is wat onconventioneel, of over-efficiënt, zo U wilt.

 

André en ik hebben een voorgerecht, kip/kokos- en garnalensoep, en voor dat de eerste lepel er in gaat, staat het gerecht van Wiesje al voor haar neus. Dat van Marion 5 minuten later.

Als we klaar zijn met de soep (wat op zich al een maaltijd is) wordt ons gevraagd naar het dessert. Maar we krijgen nog een hoofdgerecht. Dat is waar ook. Wiesje wil nog wel een dessert, maar is, net als Marion,

nog niet klaar met het hoofdgerecht.

Terwijl André en ik even buiten gaan roken worden minuten later onze kip-cashew en garnalencurry geserveerd, tezamen met de schaal ijs van Wiesje. Dus zijn we allemaal op dezelfde tijd klaar. Beetje vreemd, maar we vinden het allemaal prima.

 

Het eten was gewoon goed, en de rekening $85,- inclusief tip, voor 4 personen. Een koopje.

Er wordt nog even getankt, en dan is het terug naar de Holiday Inn Express, waar we nog een koffie en thee nemen, wat op de laptop werken en The Night at The Museum deel 2 op TV zien. En dan is het bedtijd, om morgen onze laatste etappe richting Sturgis te doen.

Maar dat leest U in het volgende verslag.

 

 

 

 

 

 

 

 

VOLGENDE VERSLAG