Ook dit verslag komt weer uit de memorykoker, en gaat ook al weer over een reisje richting Sturgis.
Deze keer zit er een rondreis aan vast, niet met de camper, zoals in ’97, maar met de luxewagen.
Ook is de startplaats gewijzigd, we, Marion, Gerrit en vrienden van toen Hans & Wilma, vertrekken
westwaarts vanuit Chicago, maar blijven eerst nog een paar dagen in de Windy City hangen.
Daar hebben we een hotel dicht bij O’Hare International Airport, en doen de verkenning van deze
mooie stad geheel en al met de metro, al een belevenis op zich. Een deel van de metro, The Loop,
doet een rondje door het centrum, en is erg bekend van allerlei films, met name door
politie-achtervolgingen er onderdoor, als in de Blues Brothers. Ook (toen nog) Sears Tower ontkomt
niet aan een bezoek, net als Grant Park, een must, want altijd te zien in de leader van
Maried with….. children. Verder genieten we van de prachtige architectuur, de Magnificent Mile
en de ondergrondse stad, die zich onder een deel van Chicago centrum bevindt, maar ook van de
kroeg die tegenover ons hotel zit. Daar verzamelen zich namelijk dagelijks een hele zooi stretch-limo
chauffeurs, dus we zitten de hele dag tussen de meterslange Lincoln Towncars, en de bestuurders
zijn nagenoeg allemaal Russen o.i.d., van het model kleerkast, dus wanen we ons als in een
maffiafilm. Leuk om een keer mee te maken.
Een mooie stad, Chicago, en we zouden er nog vaker komen, maar deze vakantie gaan we na een
paar dagen op pad richting Sturgis, South Dakota, een kleine 2100 KM westwaarts. We doen dat niet
in één rechte lijn, maar volgen eerste een stukje Route 66, die in Chicago begint, en duiken dan
Iowa in, waar we in de hoofdstad, Des Moines, overnachten. Van daar uit volgen we de Missouri
(grens)rivier een mooi (ook om te zien) stuk naar boven om de nacht door te brengen in Sioux City,
ook aan deze rivier. De volgende dag geraken we via Sioux Falls in Chamberlain, SD,waar we
overnachten bij Al’s Oasis, een in prachtige westernstijl opgetrokken pleisterplaats aan een breed
stuk van de Missouri, met een restaurant, motel en, uiteraard souvenirshop.
Erg leuk verblijf, met verbluffend uitzicht.
De laatste etappe brengt ons bij de KOA in Rapid City, 25 KM van Sturgis, een camping die we een
jaar tevoren al gereserveerd hadden. En toch wilden ze ons op een trekkersveldje wegzetten.
Daar gingen we uiteraard niet mee akkoord, en onze sterke argumenten brengen ons dan op een
prachtige plek onder de bomen, met water en stroom, zoals we ook in de planning hadden.
De accommodatie, een 6 persoons tent, was al op de camping bezorgd door Walmart, want we
hadden inmiddels al een paar jaar internet, en via dat medium en een creditcard kon je bij die
winkelgigant bestellen, en laten bezorgen op een adres naar jouw keuze, postbussen en
gevangenissen uitgesloten. Maar onze pakketten waren binnen, en na een bezoek aan de lokale
Walmart voor wat aanvulling en voedsel waren we binnen de kortste keren gesteld op deze mooie
camping, die we in de toekomst nog wel vaker zouden aandoen.
In en rond Sturgis doen we weer de bekende dingen, waarbij het motorgebeuren uiteraard de
boventoon voert. Maar ook Mount Rushmore, Crazy Horse, Bear Country en de Badlands voorzien
we van een bezoek, net als de leuke plaatsjes Deadwood en Keystone. Al met al wordt het een leuke
week. Aan het eind van die week besluiten we alternatief weer oostwaarts te reizen, en pakken niet
de I90 van de heenweg, maar de landelijke US14, die ons bij Brookings de I29 opstuurt.
Daar ontmoeten we Sioux Falls weer, maar in plaats van zuidelijk de Missouri te volgen, zoals vv op
de heenweg, slaan we nu linksaf, om de I90 weer op te draaien, maar nu een deel waar we nog niet
geweest waren, en zo bereiken we Jackson, Minnesota, waar we de nacht zullen doorbrengen.
Dat had onder de grond kunnen zijn, want één van de motels (waarvan je er altijd een stuk of wat
bij elkaar ziet bij kruisingen op de Interstates) was daadwerkelijk onder de grond gebouwd.
Maar de dames bespeurden ook een typische “onder de grond” muffe lucht, en dus viel het
mollehol af. Dan maar naar de buurman.
De volgende dag gaan we op de Franse tour, want via La Crosse zakken we de Upper Mississippi af
naar Praire du Chien, waar we de nacht gaan doorbrengen. Maar eerst gaan we nog wat cultureel,
en willen wat indianegraven bezoeken in het Effigy Mounds National Monument.
Dat is een hele klimtocht, maar geeft ons wel schitterend zicht op de Mighty Mississippi, waarvan we
onderweg ook al zo genoten hebben op de binnenwegjes hier naar toe. De graftombes zijn eigenlijk
grafheuvels, over de hele berg verspreidt, en in de vorm (Effigy = FIG = figuren) van dieren.
Achteraf niet helemaal de moeite van het klimmen waard, maar de uitzichten op de rivier en
omgeving maken dat meer dan goed. De dag erna gaan we op weg naar het hart van de
Amerikaanse motor, Milwaukee, Wisconsin.
Onderweg is nog steeds de Franse invloed in het gebied aanwezig, want we passeren op een gegeven
moment de plaats Dubuque, maar dan gaan we de grens met Wisconsin over en komen de Indiaanse
namen aan bod. Waukehsa, Waukegan en Kenosha passeren de revue.
Maar wij strijken neer in Yogi Bear’s Yellystone Park, een campground in Caledonia, 6 mijl onder
Milwaukee, Home of Harley Davidson, en daar gaan we natuurlijk wel even op bezoek, bij de oude
fabriek. Maar ook Miller, de bierbrouwer, wordt aangedaan, en daar nemen we er eentje, uiteraard.
De camping bevalt eersteklas, en die houden we alvast in gedachten voor een bezoek 2 jaar later, als
Harley Davidson 100 jaar bestaat. Dat belooft een groot feest te worden, en daar hebben we wel
oren na, net als een aantal vrienden, waar we vorig jaar (2000) Daytona Bike Week mee bezochten.
Dus dit bezoek was tevens een soort verkenningstocht.
Maar ook aan deze vakantie komt een eind, en zo komen we automatisch weer terecht op
O’Hare International Airport in Chicago, waar onze nationale luchtvaartmaatschappij ons weer
netjes aflevert in Amsterdam, waar we al weer mijmeren over een volgend Amerikabezoek.
Maar dat zal wel weer verschijnen in een volgend verslag.